Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer

Senator Martin van RooijenDe inbreng van senator Martin van Rooijen bij de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer.

“In 1976 schreef Anne Vondeling, toen voorzitter van de Tweede Kamer een boek onder de titel ‘Tweede Kamer Lam of Leeuw?’. Er is nu een bijzondere aanleiding deze titel te citeren. In de Tweede Kamer heeft de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties haar publieke verhoren afgerond.

Ik heb wat gegrasduind door sommige position papers. Het zal niet verbazen dat het paper van Pieter Omtzigt het meest opviel. De Volkskrant besteedde er aandacht aan onder de kop: CDA-kopstuk fileert functioneren overheid bij hoorzitting. Het functioneren van de overheid bij de uitvoering van beleid is ondermaats.

Volgende week start de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. In wat voor parlementaire crisis verkeert ons land?, zou menigeen kunnen denken.

Ik wil dieper ingaan op de uitvoerbaarheid van wetgeving. De hoorzitting heeft nog eens blootgelegd wat er schort aan de uitvoerbaarheid van wetgeving maar ook aan de wetgeving zelve.

Van recentere datum dan het boek van Vondeling is het boek van Tjeenk Willink ‘Groter denken, Kleiner doen’, uit 2018. Tjeenk Willink was voorzitter van de Eerste Kamer en heeft een indringend position paper gestuurd naar de Commissie over de Uitvoeringsorganisaties en dat op 13 november toegelicht bij de commissie. Zijn voltreffer: ‘Ministers moeten vaak aftreden wegens fouten in de uitvoerig. Vervolgens verbetert de Kamer de uitvoering niet. Dat is toch wonderlijk? En bij de verhoren moet het gaan over eigen rol en functie van de politiek, ministers en volksvertegenwoordigers’. Ook voorzitter Visser van de Algemene Rekenkamer werd die dag gehoord.

Terug naar Omtzigt. Ik citeer: ‘Wetten zijn veel te ingewikkeld geworden, Kamerleden en burgers kennen de wet onvoldoende, de Tweede Kamer heeft te weinig ervaren gezaghebbende en deskundige leden, en de overheid is zo georganiseerd dat niemand verantwoordelijk is voor problemen bij de uitvoering van beleid. Geen van de woordvoerders belastingzaken in de Tweede Kamer is een fiscalist’. Ik citeerde dit van hem en Omtzigt reageerde: in de Eerste Kamer zijn er wel twee: Peter Essers en Martin van Rooijen.

Omtzigt constateert dat ‘de politieke akkoorden volledig dichtgetimmerd zijn zodat er geen controle op uitvoerbaarheid meer plaatsvindt. In de afgelopen jaren heeft ons politieke systeem steeds minder aandacht gegeven aan de uitvoering De regeringspartijen laten elkaar nauwelijks ruimte om naar de uitvoerbaarheid te kijken. Ze dwingen elkaar om de zeer gedetailleerde afspraken na te komen. Boven op het regeerakkoord van 68 pagina’s is er het klimaatakkoord met 250 pagina’s en maar liefst 600 maatregelen, die niet op effectiviteit worden beoordeeld. Het parlement accepteert het akkoord – net als het pensioenakkoord – en er is de facto nauwelijks politieke ruimte om dit nog aan te passen aan nieuwe politieke of maatschappelijke inzichten. Het is in beton gegoten’.

De BIK: de Buitengewoon Ingewikkelde Korting
Burgers zaten niet aan de klimaattafel en gepensioneerden niet aan de pensioentafel maar staan wel op het menu.
Ik neem als testcase de BIK: de Buitengewoon Ingewikkelde Korting. Bij de behandeling van het Belastingplan komt de BIK uitvoerig aan de orde met staatssecretaris Vijlbrief. Maar vandaag wil ik er met de minister van Financiën over debatteren.

Er zijn twee principiële aspecten: de rol van de Senaat en het aspect van de complexiteit van wetgeving en uitvoering. Daarom de vraag. Eerste Kamer: Lam of Leeuw?

De Raad van State is uitvoerig op beide aspecten ingegaan en wees op de motie Hoekstra. De reactie van het kabinet daarop was in onze ogen ondermaats. Bij het belastingplan 2016 heeft de Eerste Kamer unaniem de motie Hoekstra aangenomen. De CDA-fractie in de oppositie had grote bezwaren tegen een belastingverhoging in box 3 die in dat plan was opgenomen en diende de motie in om voor de toekomst deze vorm van koppelverkoop te voorkomen. Opname van box 3 was een eis van coalitiepartner PvdA en dus ging dat door.

Door opname van de BIK met een tijdelijke lastenverlichting van 4 miljard in het belastingplan is het de Eerste Kamer onmogelijk gemaakt een eigenstandig oordeel te vellen over dit voorstel. Gelet op de coalitiedwang in de Tweede Kamer is het daar politiek onmogelijk de BIK bij amendement alsnog uit het belastingplan te halen. Is ook niet gebeurd. Ik merk hierbij op dat het kabinet, op mijn dringend verzoek, het voorstel over de afschaffing van de wet Hillen zelf alsnog uit Belastingplan 2018 heeft gehaald en apart heeft ingediend. Het kan dus wel. Waar een wil is, is een weg.

In feite ondergraven kabinet en de Tweede Kamer de zelfstandige rol van de Eerste Kamer als wetgever, ook bij een voorstel zoals de BIK. De Eerste Kamer wordt door beide vakkundig buitenspel gezet. Immers een Belastingplan wordt nooit verworpen door de Senaat en dat weten alle kabinetten! Vijlbrief heeft op 12 november in de Tweede kamer zijn BIK-trofee binnengehaald. Hoekstra lapt 5 jaar later zijn eigen motie aan zijn laars en de Senaat heeft het nakijken.

Wat nu te doen? Ik was medeondertekenaar van die motie. Er kan een moment komen waarop de Eerste Kamer een noodsignaal afgeeft en voor het eerst in haar geschiedenis een Belastingplan verwerpt. Of naar de Tweede Kamer terugstuurt met een novelle. Mijn fractie zal dit Belastingplan in tijden van corona uiteraard niet verwerpen. Onze burgers en het bedrijfsleven snakken naar lastenverlichting. Het is een kwestie van timing: wanneer kan het goede moment komen als kabinetten doorgaan met het niet uitvoeren van de motie Hoekstra.

Ik zal bij het Belastingplan uitvoerig ingaan op de bezwaren tegen de BIK. In de schriftelijke voorbereiding op deze beschouwingen heb ik uitvoerig vragen gesteld, mede n.a.v. de kritiek van de Raad van State en het CPB. De antwoorden vond ik allerminst overtuigend.

Bij de Algemene Politieke Beschouwingen heb ik in debat met premier Rutte de teloorgang van de Belastingdienst aan de orde gesteld. De dienst is bijna Total Loss. In de deconfiture van de Belastingdienst is de staat in zijn hart geraakt. Ik heb toen gesteld en herhaal hier: Voor een volgend kabinet zijn twee ministers van Financiën onderdeel van de oplossing. Een thesaurie minister voor het te voeren monetaire en financieel- economische beleid, en een minister voor zowel de rijksbegroting als de belastingen. Het wordt tijd dat de portefeuille van fiscale wetgeving en uitvoering met een zelfstandige minister wekelijks in de ministerraad is vertegenwoordigd. De premier vond dat een zaak van de volgende kabinetsformatie.

‘In Nederland heeft de minister van Financiën drie beleidstaken, de begroting, de Thesaurie (monetair beleid) en de belastingen (fiscaal beleid). In bijna alle andere landen zijn die drie taken verdeeld over 2 of 3 ministers. Ik vond het een voordeel dat ik op alle drie terreinen de primaire verantwoordelijkheid droeg. Dat geeft meer invloed’.

Minister, het is een citaat van een voorganger van U, oud-minister Ruding in zijn boek ‘Balans’, pagina 595. Minister, graag een uitvoerige reactie.

Vorig jaar heb ik op 10 december bij het Belastingplan 2020 in een aangehouden motie gepleit een tweede staatssecretaris van Financiën te benoemen, waarvan er één uitsluitend de verantwoordelijkheid draagt voor de belastingdienst. Wat vindt de minister hiervan? Graag een uitvoerige reactie.

Woningnood en Zorg
Bij de behandeling van de begroting Binnenlandse Zaken heeft 50PLUS een motie ingediend om 20 miljoen extra voor seniorenwoningen vrij te maken. Minister Ollongren heeft de motie gesteund.

Ik breng in herinnering dat de Eerste Kamer bij het stikstofdebat in december 2020 unaniem een motie van 50PLUS heeft aangenomen waarin werd gevraagd om een onderzoek naar de lokale behoefte aan seniorenwoningen ter bevordering van de doorstroming. Kan de minister de Kamer informeren wanneer het toegezegde onderzoek gereed is en aan de Kamer wordt toegezonden? Met de grote woningnood is spoed geboden.

Bij de begroting van VWS zal 50PLUS in de Tweede Kamer een motie indienen voor een extra bedrag van 10 miljoen voor de mantelzorgers. Zij verdienen dat. Minister de Jonge steunt dit.

Tot slot een aantal vragen
1. Dit zijn de laatste AFB voor de verkiezingen. U, minister Hoekstra, kwam als relatieve buitenstaander in het hart van de politiek en overheid. Wat zijn uw observaties? Ik noem een paar onderwerpen:
– is er te weinig aandacht voor de kwaliteit van wetgeving?
– beschikken de ministeries, beschikt uw ministerie, over voldoende hoogstaande wetgevingsjuristen?
– is wetgeving soms te veel: het door emotie gedreven oplossen van maatschappelijke onrust?
– is er structureel te weinig aandacht voor alle aspecten van uitvoering?

2. De Bestuursdienst van de overheid heeft een jaar of twintig geleden gekozen voor veel rouleren aan de ambtelijke top en management boven inhoud. Op uw ministerie heeft onder andere een marechausseegeneraal leiding gegeven aan de belastingdienst en iemand van Staatsbosbeheer moest leidinggeven aan de fiscale wetgeving. Het gevolg is dat de kennis op het departement is gezakt en de top meer bezig was met het proces dan met de inhoud. Moet dat anders? En zo ja, hoe zou dat dan moeten worden vormgegeven?

3. Steeds meer regelgeving plus toezicht zorgt er ook weer voor dat het proces belangrijker wordt dan de inhoud. Als de vinkjes maar goed staan, heeft niemand de schuld als er iets fout ging. Moet dat anders? Zo nee, waarom niet?

4. Ook Europa kan er wat van. Europese regels voor een gelijk speelveld worden niet door alle landen hetzelfde toegepast. Nederland wil ook hier graag een heel braaf jongetje zijn. Waarom snijden we ons zo graag in de vingers? En hoe kan dit beter volgens de minister?

5. Mijn fractie is teleurgesteld over de heel karige verhogingen van de ouderenkorting, zeker in vergelijking met de momsterachtige verhogingen van de arbeidskorting. De voorspelde koopkrachtverbeteringen voor gepensioneerden verdwijnen al jaren als sneeuw voor de zon. De plus van 0,4% in 2021 verdwijnt door grote verhogingen van OZB.

6. Wat vindt u van het rapport van CPB over de discontovoet van 2,5% voor de Nederlandse economie? 50PLUS is van mening dat de discontovoet voor pensioenen, de rekenrente, verhoogd kan en moet worden.

7. Wat is uw meest urgente wens voor het volgend kabinet?

Ik wacht de antwoorden van de minister met grote belangstelling af.”

© 17 november 2020