50PLUS tegen hoger EU-budget

Nederland in de Europese Unie De Nederlandse regering moet de poot stijf houden als het om de toekomstige EU-begroting gaat.

Vragen om meer geld zonder dat er een akkoord is over de bestedingen, is de omgekeerde weg. Eerst de inhoud, dan het geld, zo stelde Kamerlid Gerrit Jan van Otterloo in een debat met minister-president Mark Rutte over de Europese top die donderdag 12 en vrijdag 13 december in Brussel wordt gehouden.

Blijven verzetten

Nederland moet zich blijven verzetten tegen de pogingen het EU-budget voor de periode 2021-2027 te verhogen en vasthouden aan het bevriezen van het EU-budget op 1,0 procent van het Europees bruto nationaal inkomen (bni). Als er geld nodig is voor nieuwe prioriteiten, dan kan dat vrijgespeeld worden door te bezuinigen op landbouw en structuurfondsen. Wat 50PLUS betreft zou een forse verbetering van het Europese spoornet tot de prioriteiten van de EU moeten behoren. Daarnaast riep Van Otterloo de EU op om zeer kritisch te blijven over de ontwikkeling van de rechtsstaat in een aantal EU-landen.

Lees hier de volledige inbreng van Gerrit Jan van Otterloo in het debat met minister-president Mark Rutte over de Europese top:

“Komende donderdag en vrijdag staat de meerjarenbegroting voor de Europese Unie 2021-2027 centraal tijdens de Europese top in Brussel. Het belooft een ouderwets robbertje vechten te worden om veel, heel veel geld.

Nederland heeft zich de afgelopen tijd samen met Denemarken, Zweden en Oostenrijk verzet tegen een forse verhoging van het EU-budget voor de komende zeven jaar. Premier Rutte en zijn drie collega’s zijn in de Europese pers al als ‘de gierige vier’ weggezet omdat ze de EU-uitgaven willen bevriezen op 1,0 procent van het Europese bni. De begroting voor de hele zeven jaar zou daarmee op zo’n 1000 miljard euro uitkomen.

Ons lijkt de benaming ‘de verstandige vier’ meer op zijn plaats. De kwalificatie ‘gierig’ lijkt ons niet op zijn plaats gezien het feit dat Nederland al jaren relatief een van de grootste nettobetalers van de EU is. En dat blijft ook zo.

De kans dat Nederland zijn zin krijgt, lijkt niet groot. Vorige week legde het Finse voorzitterschap van de Raad een compromisvoorstel op tafel dat neerkomt op een EU-budget van 1,07 procent van het Europees bruto nationaal inkomen. Ofwel zo’n 1087 miljard euro voor de periode 2021-2027. De Europese Commissie had in eerste instantie ingezet op een EU-budget van 1,1 procent bni. Finland komt ‘de verstandige vier’ dus een beetje tegemoet, maar is dat voldoende volgens het kabinet? We horen het graag van de minister-president.

Het positieve van het Finse compromisvoorstel is dat er daarmee de komende jaren aanzienlijk meer geld beschikbaar komt voor onderzoek en innovatie, klimaatbeleid, het managen van migratie en een betere beveiliging van de buitengrenzen.

Maar dat extra geld kan volgens 50PLUS ook gevonden worden door minder uit te geven aan ‘ouderwetse’ zaken als het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het cohesiebeleid, elk nog altijd goed voor zo’n 30 procent van de totale EU-uitgaven.

De landbouwsubsidies en het geld voor de economisch zwakkere regio’s mogen wat ons betreft verder worden afgebouwd zodat er ruimte komt voor nieuwe prioriteiten. Dat het Klimaat daarbij bovenaan staat, is voor 50PLUS een uitgemaakte zaak. Als we de enorme uitdagingen op klimaatgebied de komende jaren aan willen kunnen, vergt dat enorme investeringen en een Europese aanpak. We kunnen ons dan ook vinden in het streven om 40 procent van het landbouwbudget te reserveren voor klimaat-gerelateerde zaken, zoals het bevorderen van kringlooplandbouw en het terugdringen van de stikstofuitstoot van de sector.

Mochten Nederland en de andere drie leden van ‘de verstandige vier’ hun zin niet krijgen, dan pleit 50PLUS ervoor dat de regering inzet op het behoud van een korting op de EU-bijdrage. Nederland is al jaren relatief een van de grootste nettobetalers van de EU. Als de verhouding ten opzichte van andere relatief rijke lidstaten nog verder verslechtert, gaat dat ten koste van het toch al afkalvende draagvlak voor de EU in Nederland. Dat zouden we betreuren.”

© 10 december 2019