Wet verplichte negatieve testuitslag inreizenden

De verspreiding van het coronavirus moet met alle redelijke middelen worden bestreden. De wet Verplichte negatieve testuitslag inreizenden is zo’n middel, vindt 50PLUS.

Vliegtuig aan de gate - Foto: Soumya Ranjan (Pexels)

50PLUS is voor de wet Verplichte negatieve testuitslag inreizenden. Deze wet regelt dat inreizenden een negatieve coronatestuitslag moeten kunnen overleggen. “Deze verplichting is wat ons betreft zeer gerechtvaardigd”, stelt Kamerlid Gerrit Jan van Otterloo, “omdat de verspreiding van het coronavirus, niet in de laatste plaats de nieuwe besmettelijker variant, met alle middelen redelijkerwijs moet worden bestreden.”

Gerechtvaardigd

De nieuwe wet bepaalt dat alle inreizenden een negatieve coronatest moeten kunnen overleggen. “De inbreuk op de lichamelijke integriteit is wat ons betreft beperkt”, vindt Gerrit Jan. “De gevolgen van deze pandemie, en de dreigende gevolgen van de nieuwe besmettelijker variant, voor maatschappij, economie en volksgezondheid zijn potentieel zo groot, dat deze maatregel gerechtvaardigd is.”

► Volg 50PLUS; meld u aan voor de gratis digitale nieuwsbrief!

De punten die Kamerlid Gerrit Jan van Otterloo inbracht bij het debat over de wet Verplichte negatieve testuitslag inreizenden met minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid:

– 50PLUS is voorstander van het overleggen van een negatieve PCR-test voor inreizenden uit hoogrisicogebieden. Het gaat hier juridisch gezien inderdaad om een inbreuk op de lichamelijke integriteit, maar die is naar ons oordeel beperkt. Afgewogen tegen de ontwrichtende gevolgen van het coronavirus voor maatschappij, volksgezondheid en economie (óók internationaal gezien) is dit naar het oordeel van 50PLUS gerechtvaardigd. Zeker gezien de nieuwe, besmettelijker variant die rondwaart. Daarnaast is het begrijpelijk dat er ingezet is op deze verplichting alleen voor georganiseerd vervoer.

– Graag een verduidelijking van de regering inzake de situatie van ingezetenen. Begrijpen wij goed dat, wanneer het aantoonbaar niet mogelijk is een coronatest te ondergaan in het land van waaruit gereisd wordt, ingezetenen van Nederland toch het land in mogen? Op welke wijze kan iemand aantonen dat dit het geval is? En deze ‘ontheffing’ geldt dus niet als er in een land wel testcapaciteit beschikbaar is? En de zelfquarantaine blijft dan wel in stand, nemen wij aan? Zou de regering nog eens dieper willen ingaan op hoe dit gehanteerd kan worden: niet kunnen en niet willen lopen mogelijk door elkaar. En geeft het niet kunnen ondergaan van een test juist niet de aanleiding om ook op Schiphol en andere belangrijke inreisplekken (snel-)testcapaciteit in te richten?

– Om welke concrete reden zijn er vragen gerezen over de juridische houdbaarheid van de verplichting tot overlegging van een negatieve testuitslag onder de vlag van een ministeriële regeling?

– ‘Het is goed denkbaar dat het onder omstandigheden noodzakelijk is een negatieve testuitslag verplicht te stellen bij reizen tussen Europees Nederland, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba’, lezen we in de MvT. Die verplichting is er dus nog niet. Waarom is daar op deze manier voor gekozen? En gezien het feit dat Nederland een corona-exporterend land is: zouden we in die zin Caribisch Nederland niet moeten beschermen door op ook op de heenreis een negatieve test te vragen?

– Is er een uitzonderingsregel voor écht schrijnende gevallen, bijvoorbeeld in geval van ernstige ziekte van een partner of familielid? Op welke wijze?

– Op welke wijze kan fraude worden tegengegaan; bijvoorbeeld met het overleggen van negatieve testuitslagen?

© 7 januari 2021