Goede dekking over Nederland van streekziekenhuizen

Spoedeisende hulp - Foto: DennisM2 (Flickr c.c.)Om te voorkomen dat de toegankelijkheid van de ziekenhuiszorg in provincies en streken als Flevoland, de Achterhoek en Zeeland nog meer onder druk komt te staan, pleit 50PLUS voor een goede dekking over het land van streekziekenhuizen. “Daar moet in ieder geval een Spoedeisende Hulp aanwezig zijn”, stelt Léonie Sazias.

“Naast de streekziekenhuizen moet er een netwerk van expertisecentra zijn waar specialistische behandelingen kunnen plaatsvinden, zodat iedereen de beste zorg kan krijgen die voorhanden is”, betoogde het Kamerlid van 50PLUS tijdens het overleg in de Tweede Kamer over het medisch zorglandschap in Nederland. “En voor complexe specialistische zorg zijn alle streekziekenhuizen verbonden met de UMC’s.”

Lees hier de volledige inbreng van Kamerlid Léonie Sazias bij het Notaoverleg Medisch zorglandschap, Juiste zorg op de juiste plek, eigen bijdragen in de zorg, ziekenhuisfaillissementen, Ambulancezorg/Acute zorg en Eerstelijnszorg, met de minister voor Medische Zorg Tamara van Ark:

“Het ziekenhuislandschap zoals 50PLUS dat graag zou zien ziet er als volgt uit.

Om te beginnen een goede dekking over het land van streekziekenhuizen waar in ieder geval een Spoedeisende Hulp is. Daarnaast is er dan een netwerk van expertisecentra waar specialistische behandelingen kunnen plaatsvinden, zodat iedereen de beste zorg kan krijgen die voorhanden is. Voor complexe specialistische zorg zijn alle streekziekenhuizen verbonden met de UMC’s.

In het huidige stelsel, dat uitgaat van concurrentie, is dat helaas niet mogelijk. Een onderneming die winst moet maken is in principe niet bereid om samen te werken en diensten/behandelingen uit handen te geven.

En zo kan het gebeuren dat de toegankelijkheid van de ziekenhuiszorg in Flevoland, de Achterhoek, Zeeland en op meer plekken onder druk komt te staan.

Laag complexe zorg kan meer in de buurt georganiseerd worden, zoals de eerste-lijnsverblijven, en ook daar moeten de netwerken soepel op elkaar aansluiten. Er is allang gebleken dat voor een goede gezondheidszorg die samenwerking cruciaal is en corona heeft dat besef alleen maar versterkt.
Corona heeft ook laten zien dat veel zorg goed op afstand kan via videobellen. Ook in de GGZ. Natuurlijk blijft fysiek contact ook nodig. Gaat de minister dat deel dat wel prima op afstand kan stimuleren?

Innovatie
Innovatie blijft een belangrijk onderdeel. Zo kunnen er in verpleeghuizen bijvoorbeeld slimme camera’s opgehangen worden die signaleren wanneer iemand uit bed komt of valt. Een belemmering daarbij is dat zorgpersoneel vaak angstig is voor deze oplossingen, omdat ze bang zijn dat ze hun baan verliezen. Belangrijk is dus om de zorgprofessionals bij de innovatie te betrekken. Hoe ziet de minister dit?

WLZ
Er wordt al een hele tijd geworsteld met het probleem van het ingewikkelde systeem van de WLZ-zorg. En dan gaat het om de ongelijke toegang van patiënten tot de WLZ en de versnippering ervan buiten de verpleeghuissetting.

Het ministerie van VWS heeft aan de NZa gevraagd om onderzoek te doen naar de toegankelijkheid, beschikbaarheid en organiseerbaarheid van de medisch generalistische zorg (MGZ) voor patiënten met een WLZ-indicatie.

De NZa lijkt het onderbrengen van de WLZ-zorg in de Zorgverzekeringswet een goede optie te vinden. Maar de Landelijke Huisartsenvereniging vindt dat weer geen goed idee. Zij zeggen dat dat de zorg voor WLZ-patiënten niet ten goede zou komen en het vergroot de druk op de huisartsenzorg.

De IGJ vindt dan weer dat huisartsen en thuiszorgorganisaties een zorgprogramma voor kwetsbare ouderen zouden moeten afspreken en dat de zorgverzekeraar zou moeten zorgen voor financiering. Wat eigenlijk in lijn ligt met het advies van de commissie Bos die zegt dat de WLZ pas in zou moeten gaan op het moment dat iemand in een instelling wordt opgenomen.

Dat we de schotten moeten verschuiven, daar zijn de meesten het over eens, maar hoe zou de minister dit doen?

Zorgpad
Als het gaat om de juiste zorg op de juiste plek dan ziet 50PLUS veel in de Pilot Zorgpad-observatie. In het Zorgpad wordt multidisciplinair samengewerkt, waarbij de cliënt binnen een VVT-organisatie gemiddeld 12 dagen wordt geobserveerd, behandeld, getrieerd en geïndiceerd. Daar kan goed worden bepaald wat de beste vervolgzorg zou kunnen zijn. Zo vermindert de toestroom van kwetsbare ouderen naar de Spoedeisende Hulp.

De resultaten van de pilot Zorgpad Observatie laten zien dat er vaker en sneller de juiste vervolgzorg op de juiste plek geboden kan worden. Het percentage juiste vervolgzorg stijgt hierdoor van 22 naar 76%. Dat is dus absolute winst. Hoe gaat de minister deze pilot verder uitrollen?

Chronisch zieken
Ik wil ook nog aandacht vragen voor mensen met een chronische ziekte en de stapeling van zorgkosten waar zij mee te maken krijgen. We horen dat het vooral voor mensen die recht hebben op zorg uit verschillende wetten het moeilijk is om overzicht te houden. Kan de minister toelichten welke maatregelen zij neemt om dat te vereenvoudigen voor mensen?

In het algemeen overleg van 27 november 2019 over hulpmiddelenbeleid heeft de ministers voorganger toegezegd om een onderzoek te doen naar de stapeling van eigen bijdragen van hulpmiddelen. Ik lees in een brief dat de minister met de Patiëntenfederatie een onderzoek aan het opzetten is en in het tweede kwartaal daarover kan berichten, maar ik ben toch benieuwd wat de stand van zaken is.

De pandemie heeft nog eens extra duidelijk gemaakt dat wij toch een heel kwetsbaar systeem hebben dat heel weinig mogelijkheden kent om schokken op te vangen. Er zal meer ruimte gemaakt moeten worden om pieken en crises op te vangen.”

► Volg 50PLUS; meld u aan voor de gratis digitale nieuwsbrief!

© 14 januari 2021