Tegenbewijsregeling Box 3
De Eerste Kamer behandelde op 7 juli de Tegenbewijsregeling Box 3. Senator van Rooijen voerde namens 50PLUS het woord. Onderstaand zijn inbreng,.
Voorzitter,
We spreken op de valreep van het reces nog over het wetsvoorstel Tegenbewijsregeling Box 3, dat werd ingediend op 13 maart.
Op de vraag van de BBB fractie: Wat zijn eigenlijk de voordelen van dit wetsvoorstel, in vergelijking met de situatie dat er helemaal geen tegenbewijsregeling is of komt, antwoordde de staatssecretaris als volgt:
Ik citeer: “Het geeft ons nadere regels voor gedetailleerde vraagstukken, waarover de Hoge Raad geen uitspraken heeft gedaan. Zonder dit voorstel ontstaat onduidelijkheid bij belastingplichtigen en komen er meer vragen bij de belastingdienst binnen, waarbij de kans op vervolgprocedures toeneemt. Om maar duidelijkheid te krijgen van de rechter. De nadere regels gaan bijvoorbeeld over het genietingstijdstip van het inkomen, het buiten toepassing blijven van de schuldendrempel en de toepassing van vrijstellingen met een grens of een drempel”. Kan de staatssecretaris onze fractie uitleggen waarom dat een voldoende onderbouwing van dit wetsvoorstel zou zijn?
In mijn bijdrage bij de Voorjaarsnota vorige week merkte ik het volgende op:
Ik citeer: “Op 12 december 2023 nam de Eerste Kamer de motie van Rooijen aan met de volgende strekking: “verzoekt het kabinet primair de vermogenswinstbelasting onderdeel te laten zijn van de belastinghervorming”.
Een glasheldere inzet op een vermogensheffing, waar de mensen belasting betalen op basis van het daadwerkelijk gerealiseerde rendement.
Het kabinetsplan is een ramp. Bij box 1 en 2 wordt enkel gerealiseerd rendement belast en wordt gewacht op het moment van verkoop. De belasting kan dan dus uitgesteld worden. Voor directeur grootaandeelhouders in box 2 blijft dat gewoon zo. 500 miljard bevroren, niet uitgedeelde winsten in de pretbox box 2.
De echte reden voor de huidige inzet ten aanzien van Box 3 is naar mijn stellige mening vooral budgettair. De zware kritiek van de Raad van State is terzijde geschoven en het voorstel van voormalig staatssecretaris Van Rij, uit het kabinet Rutte IV, is gewoon overgenomen. Want bestaanszekerheid, of zoiets.
Waarom wordt de aangenomen motie van Rooijen niet uitgevoerd?
Waarom wordt bij wetsvoorstel Werkelijk Rendement Box 3 niet uitgegaan van realisatie, zoals ook bij box 1 en box 2 het geval is?
Is dat toch niet het budgettaire argument van 10 miljard uitstel belastingen?
Waarom wordt in dat nieuwe stelsel zo ingrijpend afgeweken van de zware kritiek van de Raad van State? Waarom zijn de argumenten van de Raad van State zo slecht behandeld? Kan de staatssecretaris dit als nog doen?
Waarom wordt zo gemakkelijk het voorstel van voormalig staatssecretaris Van Rij gewoon overgenomen? Was dat allicht gewoon om tijd te winnen? Want er was haast geboden. Graag antwoord
Vermogenswinstbelasting
Bij het internationale aspect over de vermogenswinstbelasting wordt verwezen naar een studie uit 2016 naar werkelijk rendement.
Wordt erkend dat heffing bij realisatie de hoofdregel is? Immers, de staatssecretaris antwoordt op vragen van de ChristenUnie,
Ik citeer: “dat vermogenswinsten doorgaans worden belast op basis van realisatie (vermogenswinstbelasting). Veel landen belasten tegen een lager tarief dan het algemene tarief op inkomen”. Wordt erkend dat een vermogensaanwasbelasting in internationaal perspectief een uitzondering is? Waarom wordt er dan toch eigenwijs afgeweken van de internationale trend? L’exception néerlandaise? Graag een duidelijk antwoord
We hebben blijkbaar onvoldoende leergeld betaald voor de internationaal eveneens ongekende regel van fictief rendement. Een bizarre uitvinding van Gerrit Zalm en Willem Vermeend. Zalm lachte als een boer die kiespijn heeft. Heinen en van Oostenbruggen hebben nu echt kiespijn.
Wordt erkend dat hier destijds ook het budgettaire aspect speelde of zelfs leidend was? De belastinginkomsten waren verzekerd, terwijl de belastingplichtigen bloeden. De werkelijke rente werd steeds lager en lager ten opzichte van het fictieve rendement van 4% over alles. Het werd onhoudbaar. Onteigening. De Hoge Raad heeft dat uiteindelijk genadeloos afgestraft. Mijn fractie vond en vindt dat kabinetten Rutte eerder hadden moeten ingrijpen: verlagen van het fictief percentage of verbetering van de regels omtrent fictief rendement zelf.
Wiebes deed echter juist het omgekeerde: hij maakte de regeling nog fictiever met gedifferentieerde fictieve rendementen en toen moest de Hoge Raad wel ingrijpen. De budgettaire gevolgen van de uitspraken van de Hoge Raad: 12,4 miljard. De kosten van de (voorlopige) tegenbewijsregeling: 2,4 miljard. Een budgettaire ramp van in totaal 15 miljard euro kon zich toen voltrekken.
Het voorstel voor nieuw box 3 stelsel
Box 3 gaat voortaan dan uit van Werkelijk rendement.
Het kabinet merkt daarbij op: een volledige vermogenswinstbelasting is onderzocht. Het kabinet noemt daarbij als 3 voordelen:
– Het sluit aan bij het realisatiebeginsel
– Het voorkomt liquiditeitsproblemen
– Voor een vermogenswinstbelasting is het helemaal niet nodig om jaarlijks bezittingen te waarderen. De heffing over een waardeontwikkeling vindt dan namelijk eenmalig plaats en wel bij verkoop.
Voor mijn fractie zijn deze 3 voordelen zo groot dat bij voorbaat onze voorkeur blijft uitgaan naar een algemene vermogenswinstbelasting. Waarom weegt de staatssecretaris die voordelen zo anders dan wij? Graag een reactie
Een vermogensaanwasbelasting kent diverse nadelen:
- De prikkel om belastingheffing uit te stellen.
- Forse negatieve budgettaire gevolgen voor de eerste jaren.
- Complex voor burgers
- Ingrijpende gevolgen voor de belastingdienst.
- Belastingplichtigen bepalen nu zelf of en wanneer ze een vermogensbestanddeel verkopen. Op economische gronden. Als dat voortaan op fiscale gronden wordt besloten, dan kan dat economisch zeer verstorend werken.
Kan de staatssecretaris op elk van de 5 genoemde nadelen nader ingaan? Vanuit de burger is het toch logisch dat hij zelf bepaalt wanneer hij verkoopt, dat is toch geen uitstel? Waarom is dit uitstel. Uitstel van wat, zo vraag ik? Het betekent dat de belastingplichtige wordt gestraft op dat beweerde uitstel met een boeteheffing omdat hij in de ogen van het kabinet uitstelt. Wat als de belastingplichtige in liquiditeitsproblemen komt? Waar haalt de belastingplichtige die verkoop uitstelt, dan het geld vandaan om de belasting op papieren niet gerealiseerde waardestijging te betalen? De staatsecretaris komt dan met de dooddoener van uitstel van betaling. Maar dat biedt geen soelaas als je het geld niet hebt. Het wordt gedwongen verkoop, gedwongen door je zelf. In wat voor een land leven we?
Waarom komt kabinet alles afwegend tot de conclusie dat de nadelen groter zijn dan de door hem zelf genoemde voordelen? Graag een uitvoerig antwoord.
Mijn fractie komt ook tot het oordeel dat de afweging vooral plaatsvindt vanuit het gemak van de uitvoering voor de Belastingdienst. Klopt dat, zo vraag ik?
Voor 50PLUS telt het zwaarst een rechtvaardig belastingstelsel voor de belastingplichtigen, vanwege draagkracht, fiscaalrechtelijke onderbouwing en juridische houdbaarheid. Om een realisatiemoment in plaats van een fictief waarderingsmoment.
Voor Box 3 is gekozen voor een hybride variant. Nou ja gekozen. Er wordt juist niet gekozen. Er wordt gehinkt op 2 benen en dat is doorgaans nogal gevaarlijk.
Het wetsvoorstel tegenbewijsregeling.
Ik begin met de volgende vragen:
- Is het voorstel EVRM bestendig en rechtvaardig?
- Waarom wordt alleen het uitgangspunt van de Hoge Raad gekozen en wordt er niet getoetst op EVRM en rechtvaardigheid?
- Komen er veel nieuwe rechtszaken gelet op de gevoelde onrechtvaardigheid? Dat gevoel neemt toe naarmate de bekendheid met de nieuwe voorwaarden bij belastingbetalers toeneemt. Kan de kans hierop realistisch worden ingeschat?
- Leidt dit voorstel tot verstoring op de woningmarkt respectievelijk de onroerend goed markt? Immers, exploitatie van vastgoed wordt minder rendabel of zelfs onrendabel hetgeen leidt tot verkopen waardoor het aanbod van huurwoningen daalt en woningnood toeneemt? Deze trend is bovendien al aanwezig.
In de Telegraaf van vanochtend stond een artikel over het ‘boxshoppen’ van box 3 naar box 2. Kan de staatssecretaris daar een reactie op geven?
In Nieuwsuur van gisterenavond kwam de kamernood van studenten aan de orde. De student die aan het woord kwam, vertelde hoe moeilijk het is voor studenten om aan een woning te komen. Het programma liet een straat zien met een heel groot beleggingspand waar tientallen studenten wonen. Dat pand wordt nu verkocht en de studenten staan op straat.
Als oorzaak werd door Nieuwsuur gewezen op de samenloop van box 3 en de wet onbetaal, pardon, betaalbare huur. Dit moeten we toch niet willen met z’n allen Voorzitter?
Het wetsvoorstel bevat de volgende toelichting
Ik citeer: “Er wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de voorgenomen bepalingen uit het wetsvoorstel Werkelijk Rendement Box 3, voor zover dat overeenkomt met de regels die de Hoge Raad heeft geformuleerd om te zorgen voor een consistente bepaling van het werkelijk rendement. Voor zover er verschillen bestaan tussen de arresten van de Hoge Raad en het nieuwe stelsel voor Box 3, zijn de arresten leidend. Het niet toestaan van kostenaftrek zoals volgt uit de arresten van de HR is hiervan een voorbeeld. De toevoeging van een kostenaftrek kost 1,1 miljard”.
En dus doen we dat niet, voeg ik er aan toe.
Geen kostenaftrek
De 50PLUS fractie vraagt om een uitvoerige uitleg van het niet toestaan van kostenaftrek. Uit de wetsgeschiedenis van box 3 blijkt dat het forfaitaire rendement van 4% netto inkomsten beoogt. Kosten zijn globaal verwerkt, het is dus een netto forfait
Hoge Raad heeft aangegeven dat het werkelijke rendement moet worden belast, waarbij zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met wat de wetgever beoogde bij het geven van inhoud aan het forfaitaire stelsel van box 3. In het gebruikelijke inkomensbegrip wordt nooit het bruto inkomen belast. Dat past in het draagkrachtbeginsel: inkomen is opbrengst minus kosten.
Het budgettaire argument is pas aan de orde als er een goede onderbouwing is voor het ontbreken van een kostenaftrek. Pas daarna zou de budgettaire afweging moeten volgen.
Als andere argumenten voor geen kostenaftrek, los van het budgettaire, worden genoemd: Extra complexiteit in de uitvoering en structuuraanpassingen in het ICT systeem. Dat is wel heel mager voorzitter. Kan worden toegelicht waarom het ontbreken van een kostenaftrek rechtvaardig is jegens belastingplichtigen? Want daar lees ik geen woord over.
Wel horen wij van het kabinet: verdere vertraging van de hersteloperatie en verdere vertraging van de invoering van werkelijk rendement in Box 3. Per jaar uitstel ontstaat een budgettaire derving van 1,7 miljard vanaf 2028. Vanwege deze nadelen komt er geen kostenaftrek.
Is het kabinet alsnog bereid tot een kostenaftrek?
Eigen gebruik tweede woning
Bij de vaststelling van het werkelijke rendement voor onroerende zaken houdt de Hoge Raad geen rekening met een voordeel wegens eigen gebruik. Het voordeel wegens eigen gebruik van een onroerende zaak, behoort in beginsel tot het rendementsbegrip dat de wetgever voor ogen stond bij de vormgeving van het forfaitaire stelsel in box 3 en daarmee ook tot het werkelijk rendement. Bij de vaststelling van de omvang van het voordeel wegens eigen gebruik, moeten echter diverse keuzes worden gemaakt. De Hoge Raad vindt dat het maken van keuzes meer een taak voor de wetgever is.
De Hoge Raad heeft bepaald dat voor de jaren tot en met 2025 geen inkomen voor eigen gebruik van tweede woningen in aanmerking mag worden genomen. Vanaf 2026 wordt een inkomen voor eigen gebruik in aanmerking genomen op basis van de economische huurwaarde. Bij eigen gebruik van roerende en onroerende zaken geldt dat dat vermogensbestanddeel juist geen inkomen genereert. Alleen waardemutatie van vastgoed behoort tot het forfaitaire inkomen. Eigen gebruik is de keuze van belastingplichtige voor een consumptieve aanwending die niet tot inkomen leidt. Het Kerstarrest van 2021 sprak over “de aan het werkelijk genoten inkomen ontleende draagkracht”.
Terwijl het arrest van 2024 aangeeft dat eigen gebruik van een woning wel tot het rendementsbegrip behoort van het forfait.
Is de staatsecretaris bereid alsnog af te zien van inkomen bij eigen gebruik tweede woning?
Vermogensaanwasbelasting
Ik citeer de Memorie van Toelichting pagina 10 over het bepalen van de vermogensaanwas. Volgens de Hoge Raad behoren zoals gezegd zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardeontwikkelingen tot het werkelijk rendement. Dit komt neer op een vermogensaanwasbelasting.
Dit is toch een contradictio in terminis, zo vraag ik? Ongerealiseerd maar toch werkelijk. Dat is toch onwerkelijk: een onwerkelijke belastingheffing over het niet werkelijke. Graag een reactie.
We worden hier al gewaarschuwd voor wat kan volgen in het nieuwe box 3 stelsel: ook ongerealiseerde waardestijging van bijvoorbeeld aandelen worden straks belast in box 3.
Een ongerealiseerde waarde mutatie doet zich voor als de aandelen in een kalenderjaar op 31 december een hogere of lagere koers hebben dan bij aanschaf maar de aandelen nog niet zijn verkocht.
Kan de Staatssecretaris erkennen dat aandelen veelal worden gekocht als relatief veilige lange termijn belegging en niet om te verkopen bij een eerste zuchtje winst? Velen kennen bijvoorbeeld wel het weduwen en wezenfonds van Koninklijke Olie. Veel ouderen zijn wijs en verkopen niet, zelfs vaak nooit. Dat noemt de 50PLUS fractie de werkelijkheid waarin we leven. Die miskent het kabinet. Graag een reactie.
Mijn fractie wacht de te ontvangen antwoorden met belangstelling af.